11.6.12

week 2: netwerken

De kleine, oude man houdt iets te lang mijn rechterhand vast. "I am a big fan of Martieeen." Zijn nek moet wel pijn doen. Ik toren pijnlijk hoog boven hem uit. Waarom moest ik nu net vandaag mijn hoogste hakken aandoen?

Ik lach, kijk hem ongemakkelijk aan, en voel zijn grip verzwakken. Hij trekt zijn pantalon op, net boven zijn knieƫn, duwt zijn witte jas naar achteren en ploft neer op de grote lederen stoel. "So tell me guys, what can I do for you?" Het gesprek is begonnen. Een kennismaking met Doctor D., een invloedrijke arts/manager en tevens baas van Martijn, over een eventuele baan in het allerbeste ziekenhuis van Amerika. Al zeggen ze dat over elke plek waar mensen in witte jassen rondlopen. Zie je, ik geloof het ook al!

Mijn stem trilt. Martijn legt geruststellend zijn hand op mijn rechterknie. Ik wil deze baan. Of ik even de definitie van interne communicatie kan uitleggen. De telefoon gaat. Gered. "Am I on speaker now?" hoor ik de zachte vrouwenstem zeggen. Zijn gerimpelde hand drukt op een knop. Ongemakkelijk schuif ik heen en weer over de lederen bank. Ik kan mijn benen niet kwijt in deze kleine-mensen-kamer. Mijn blik valt op een aantal foto’s. Doctor D. met George Bush. Doctor D. met Bill Clinton. De kast daarnaast bezaaid met awards. Wie is deze man in godsnaam? Ik kijk Martijn aan. Hij lacht. Alsof hij mijn blik lijkt te herkennen. Op de achtergrond horen we Doctor D. mompelen: “Calm down. I’ll be there in ten minutes. I’ll set up an ER.”

Hij legt de telefoon neer. “I am sorry. I have to leave.”

Opnieuw de telefoon. “Sir, it’s the governor” “Hmm.” Het gesprek wordt in de wacht gezet. Hij verontschuldigt zich naar ons. Het komt goed. Hij gaat wat mails versturen. Zal met wat mensen praten over eventuele job-openings. Onhandig sta ik op. En nu? Een hand? Een hug? Een zwaai? “So, thank you, Margo en Martieeen.” Het is de cue om de kamer te verlaten.

De volgende dag lezen we in de krant dat zangeres Pink is opgenomen in het ziekenhuis. Ze had een buikgriepje.

xox Margo